MCB kampt met ruimtegebrek. Men heeft dat met de bouw van drie grote magazijnen en de aanvullende huur van enkele hallen hoogstens wat weten te dempen, maar niet weggenomen. Bovendien vertonen de vestigingen van het bedrijf logistiek gezien geen efficiënt scharnierend en logisch samenhangend geheel. In haar jacht naar magazijncapaciteit heeft de groothandel plompverloren met pijltjes op het dartbord van zuidoost-Brabant gegooid. Behalve in Eindhoven, Geldrop en Nuenen is er inmiddels ook een pijltje in Valkenswaard beland. Daar heeft MCB in 1966 in de J.F. Kennedylaan twee industriehallen van Sallaerts gehuurd.
Het wordt nu echter zo langzamerhand tijd voor een structurele oplossing, desnoods in combinatie met een verhuizing. Zo’n scenario zou wel eens in het verschiet kunnen liggen, omdat de groothandel aan de Aalsterweg klem zit. Er is al gebouwd tot aan de zomen van de tuintjes van de belendende woonwijken. De drukke invalsweg, de muren van de OBAM en rijen geraniums vormen aldus een natuurlijke grens. Een deel van de oplossing wordt gezocht in verkoop via rechtstreekse aanvoer. Bij grote partijen plaatstaal stapt MCB op die tactiek over. De groothandel regelt de bestelling en zorgt er met eigen transport voor dat de materialen enkele weken of maanden later van de fabrikant naar de klant getransporteerd worden. Ze komen dus niet bij MCB op voorraad te liggen. Onder meer voor DAF wordt deze handelwijze veelvuldig gehanteerd.
egelijkertijd blijven de ogen gericht op structurele capaciteitsuitbreiding, onder meer in de vorm van een betaalbare en geschikte lap grond waar nieuwbouw op gepleegd zou kunnen worden. Een plaats aan het water zou bijvoorbeeld handig zijn, dan kan het vervoer van zware materialen per schip plaatsvinden. De gemeente Eindhoven wijst MCB in dat verband op het industrieterrein De Hurk, direct naast het Beatrix-kanaal. Daar is bedrijfsgrond beschikbaar. In aanwezigheid van een ambtenaar bezoekt Marinus van Kempen de plek samen met zijn zoon Jan. Hij is zich na een brede bedrijfsoriëntatie gaan richten op alles wat met techniek, logistiek en gebouwen heeft te maken. "Waar bestaat de grond bij het Beatrix-kanaal eigenlijk uit?", willen de Van Kempen’s weten. De ambtenaar rept van ‘goei zand’ dat gedolven is bij het aanleggen van het kanaal. Maar de schoenranden van de gasten vertellen een ander verhaal. De grond plakt overal aan vast. Het is vette leem. En daar moet dan straks dagelijks op geladen en gelost worden? Nee hoor, totaal ongeschikt voor een groothandel als MCB! En zo verhuist het verhuisscenario zelf als eerste: naar een diepe bureaulade.
Of.... wacht...., Valkenswaard, daar bij die industriehallen. Daar is nog 6,5 hectare grond te koop. Dat is toch interessant? Je zou er flink wat hallen kunnen neerzetten! Jan ziet het wel zitten, maar Van Kempen senior vindt, zuinig als hij is, zo’n lap te groot. En te veel is hetzelfde als te duur. De notaris die betrokken is bij de zoektocht naar kopers, komt dit standpunt ook ter ore. Hij blijkt niet over een extreem geduld te beschikken en geeft een natuurlijk wik- en weegproces nauwelijks tijd. Zeseneenhalve hectare te veel? ‘Dan kan er wel een stukje vanaf,’ concludeert hij in alle stilte. ‘Schiet het straks met het hakken en die knoop tenminste ook op.’ En zo besluit hij een dikke hectare van de grond aan busonderneming EMA in optie te geven. De Van Kempen’s weten echter niet beter dan dat ze nog in onderhandeling zijn over de 6,5 hectare. Als Jan het familiale meningsverschil uiteindelijk in zijn voordeel beslecht en de koop wil sluiten, blijkt er nog 51.110 m2 grond over te zijn. "Je vader vond het toch te groot?"
Te groot is het zeker niet, want MCB verkeert in een permanente groeistuip. En die afgesnoepte hectare-plus is allesbehalve overbodig. Pas in 1972, als de optie van de EMA stopt, kan MCB het stuk van 13.030 m2 alsnog kopen. Maar ze betaalt er dan behoorlijk wat meer voor.....